Gunning complexe jeugdhulp: nieuwe manier van samenwerken

Per 1 januari zijn de nieuwe consortia voor complexe jeugdhulp gestart met het werken volgens de nieuwe contracten. Met deze nieuwe contracten start ook een nieuwe manier van samenwerken tussen zorgaanbieders en gemeenten. Wat is er veranderd?

In de nieuwe samenwerking werken we niet meer met tientallen zorgaanbieders met ieder hun eigen specialisaties. In plaats daarvan werken we samen met vier grote consortia die het totale jeugdhulppakket kunnen aanbieden, van licht tot en met zwaar. Het doel hiervan is dat een jeugdige, maar ook de verwijzers, met één organisatie te maken hebben. Zo voorkomen we het spreekwoordelijke ‘van het kastje naar de muur gestuurd worden’.

Strategische partnerschap

Met de vier consortia start een nieuwe manier van samenwerken, die we strategisch partnerschap noemen. Op korte termijn werken we aan een goede implementatie van de nieuwe contracten en het goed organiseren van de samenwerking tussen verschillende partijen die een rol hebben in de jeugdhulp, zoals het CJG. Daarnaast willen we samen met deze consortia de komende jaren werken aan de transformatiedoelen die erop gericht zijn de jeugdhulp verbeteren. Bijvoorbeeld door te kijken hoe we kinderen met autisme (en de gezinnen waarin zij opgroeien) beter kunnen begeleiden, hoe we de problematiek rond (v)echtscheiding kunnen verminderen en hoe we kunnen zorgen dat hulpverleners minder administratieve verplichtingen krijgen.  Samen met deze consortia en andere partijen zoals het onderwijs kijken we welke vraagstukken we moeten oppakken om de hulp aan jeugdigen beter vorm te geven.

Hoe wordt de rolverdeling binnen de vier aangewezen partijen bepaald?

Elk consortium heeft een eigen visie, werkwijze en expertise waarmee het zich onderscheidt van de anderen. Hierdoor valt er iets te kiezen voor gezinnen, met hulp van hun verwijzer. Alle consortia kunnen alle zorg leveren en bestaan naast elkaar, waarbij er de intentie is om op den duur met elkaar te gaan samenwerken bij specifieke vraagstukken en bijvoorbeeld wachtlijsten. 

Wat merken de kinderen die complexe jeugdzorg nodig hebben van de nieuwe situatie?

Allereerst wordt er continuïteit van zorg geboden, dit houdt in dat huidige hulpverleningstrajecten doorlopen. Het kan voorkomen dat wanneer de hulp dit jaar afloopt er straks een andere passende partij is die het gaat overnemen. Hier zal een kleine groep jeugdigen wat van gaan merken. Op den duur is het juist de bedoeling dat kinderen die complexe jeugdhulp nodig hebben, gaan merken dat zij de verschillende hulp en ondersteuning die zij nodig hebben vanuit één organisatie kunnen krijgen.  Er zijn nu vier consortia die alle vier het totale jeugdhulppakket kunnen aanbieden. Dit houdt in dat als een kind zorg nodig heeft en tijdens de behandeling blijkt dat er nog iets extra’s nodig is, dan hoeft er geen andere organisatie voor aangehaakt te worden. Dit wordt dan binnen het consortium opgepakt en zo behouden zij hetzelfde aanspreekpunt

Helpt de nieuwe samenwerking ook hoge kosten en wachttijden te voorkomen?

Naast dat we met vier consortia gaan samenwerken, is er ook gekozen voor een andere wijze van financieren. In plaats van uurtje-factuurtje stellen de gemeenten aan de consortia nu een budget beschikbaar voor het hele jaar. Een consortium kan zelf de keuze maken op welke manier zij het geld willen besteden. Zij bepalen welke zorg zij wanneer inzetten, voor hoe lang, en of er andere oplossingen zijn die ingezet kunnen worden om jeugdige en gezin te ondersteunen. We willen hiermee de innovatiekracht van de zorgaanbieder te stimuleren. Zij weten zelf het beste waar welke zorg nodig is en hoe dat het beste kan worden ingericht. Door ze meer vrijheid te geven op dat vlak en een samenwerking gericht op strategisch partnerschap op te zetten, werken we met de consortia aan het oplossen van de problemen in de jeugdhulp.