'Iedereen moet naar vermogen kunnen meedoen'

'Iedereen moet naar vermogen mee kunnen doen'

"Iedereen moet naar vermogen mee kunnen doen in de samenleving." Dat is de overtuiging van Marlot Bouwens (links op de foto) en Mirjam Plantinga, directeuren en oprichters van Megakids. Ze vonden elkaar in hun passie voor jongeren met autisme.

De twee richtten zo’n zeventien jaar geleden Megakids op. Megakids begeleidt jongeren en jongvolwassenen met autisme en biedt hen kortlopende behandelingen aan.  Megakids maakt sinds begin dit jaar onderdeel uit van HyperionHelpt, één van de vier samenwerkingspartners die van de gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland een contract hebben gekregen voor het leveren van complexe jeugdhulp. 

Op wat voor manier helpen jullie jongeren met autisme?

Mirjam Plantinga: “Bij autisme verwerk je informatie op een andere manier. Dat brengt valkuilen met zich mee, maar zorgt zeker ook voor specifieke talenten. We helpen jongeren en ouders om zichzelf beter te leren kennen en zo keuzes te maken die recht doen aan hun mogelijkheden en tegelijkertijd rekening houdt met hun valkuilen en signalen van overprikkeling. We zien dat kinderen met autisme het vaak lastig hebben op school. Soms zijn ze bijvoorbeeld heel goed in betavakken, maar moeten dan helaas ook goed scoren op vakken die hen vanwege hun autisme niet goed liggen. Zo verlies je kinderen die eigenlijk veel potentie en talent hebben.

"Het netwerk is belangrijk bij onze aanpak. Ouders, familie, school en werkgever moeten weten wij zij kunnen doen om de jongere te ondersteunen. We helpen dat netwerk door bijvoorbeeld workshops en cursussen voor hen te organiseren en zo hun kennis van autisme te vergroten.” Marlot Bouwens: “De betrokkenheid van het netwerk is een belangrijk onderdeel van onze werkwijze. We richten ons bijvoorbeeld ook op de buren van onze begeleid-wonen-trajecten bij wat wij doen met en voor onze jongeren. Daarmee sluiten we heel goed aan bij de visie van de gemeenten die het betrekken van het netwerk als één van de pijlers benoemde.”

Jeugdhulp is vaak negatief in het nieuws, hoe kijken jullie daarnaar?

Mirjam: “Binnen Hyperionhelpt spreken we vaak over ‘verkeersdrempels’ en ‘dranghekken’. Bij dranghekken is er sprake van stagnatie van de ontwikkeling, verkeersdrempels zijn hobbels die op ieders pad komen en die bij het leven horen. Jeugdhulp was de afgelopen jaren erg makkelijk toegankelijk, ook bij verkeersdrempels. Maar Jeugdhulp zou vooral toegankelijk moeten zijn als er dranghekken in de weg staan.

"Wij doen altijd een uitgebreide netwerkintake. Zo krijgen we inzicht wie binnen het netwerk al iets kan opvangen. En dan zie je dat er binnen het netwerk veel meer mogelijk is. Marlot: “Ook hier spelen scholen weer een belangrijke rol. De school is een vindplaats. Als er eerder aan de bel wordt getrokken, kun je erger voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan ‘thuiszitters’. Soms denk ik, als het net even anders was aangepakt, was het niet zo uit de bocht gevlogen. Daarom proberen wij onze expertise te delen met leerkrachten en zorgteams binnen het onderwijs.” 

“We werken outreachend”, legt Mirjam uit. “We komen in de klas. Niet om te zeggen hoe het moet, maar om leerkrachten voor te doen hoe je het zou kunnen aanpakken. Het is goed om jeugdhulp binnen de klas te brengen. We moeten nog wel leren elkaars taal te spreken, het zijn nog te veel twee verschillende culturen. Maar ook dat is mooi proces.” 

Hoe is het om het om samen te werken binnen HyperionHelpt?

Marlot: “We hebben elkaar gevonden in de kleinschaligheid. We waren best bang om te worden opgeslokt door het grote geheel. En dat we qua expertise breder zouden moeten worden, terwijl we ons juist willen kunnen blijven concentreren op autisme. Maar gelukkig bleek dat niet het geval.” Mirjam: “We hebben elkaar gevonden in de wens om te innoveren. Ik denk dat daar voor kleine organisaties veel kansen liggen.” Marlot: “Je bent flexibel met korte lijnen, dus je kunt je snel aanpassen.”

“De samenwerking binnen HyperionHelpt is heel goed. De ontwikkelopgave staat nu op papier, eigenlijk begint het echte werk nu pas. We merken dat het samen nadenken over die ontwikkelopgave en er met elkaar over praten waardevol is. Eerst ging het vooral over hoe we willen samenwerken. Inmiddels hebben we al gezamenlijke cliënten. Er komt veel in beweging en vooral organisatorisch kost dat veel energie. Maar zorginhoudelijk geeft het juist weer energie.” Mirjam: “We weten elkaar sneller te vinden en kunnen sneller schakelen. Er worden zelfs al eerste ‘trainingen’ binnen het consortium georganiseerd om kennis en ervaringen met elkaar te delen.”

Welke uitdagingen zien jullie als het gaat om het werken met consortia?

Marlot: “Dit jaar is een overgangsjaar. We tuigen een nieuwe organisatie en doen dat binnen dezelfde bekostiging. Je moet veel met elkaar bespreken en dat kost tijd, geld en energie, terwijl daar nog geen extra budget voor is.” Mirjam: “Het is zoeken hoe we kunnen transformeren en tegelijkertijd kwalitatief goede zorg blijven bieden.” Marlot: “Ik zie echt wel kansen. Als het bijvoorbeeld gaat om wachtlijsten zie ik dat we binnen de consortia snel en makkelijk kunnen kijken waar de ruimte en de mogelijkheden liggen.” 

“Voor ons ligt een grote uitdaging in het onderwijs. We moeten in kaart brengen wat de school al aan jeugdzorg biedt. En hoe je dat dan zo goed mogelijk kunt inzetten. Misschien wel in de vorm van een specialistische onderwijs/jeugdzorg medewerker. Tegelijkertijd moeten we met elkaar afstemmen welke keuzes we maken. Je kunt niet al het geld in het onderwijs steken, er zijn ook heel veel meerdere specialistische hulpvragen.” Mirjam: “We moeten het als gezamenlijke verantwoordelijkheid blijven zien; gemeenten, consortia en het onderwijs.” 

Wat hebben jullie nodig van gemeenten om de veranderingen in de jeugdhulp verder vorm te geven?

Marlot: “Ruimte en vertrouwen voor een goede samenwerking. En dat we met elkaar in gesprek blijven.” Mirjam: “Het besef dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid moet blijven. Continuïteit is belangrijk; dat er vaste contactpersonen zijn en dat alle afspraken goed beschreven en vastgelegd worden. Zodat de visie bij personele verandering juist wordt overgedragen en de richting vast blijft liggen.”

Wie zouden jullie willen uitnodigen om in een volgende nieuwsbrief zichzelf voor te stellen?

“We zouden graag het verhaal horen van Kenter.”