Carlijn Welten, jeugdpsychiater en oprichter van Het Huis

"Families moeten leren met omgaan met hun eigen kwetsbaarheid"

Carlijn Welten startte in 2021 samen met haar compagnon Niek Hayen Het Huis, een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Beiden zijn kinder- en jeugdpsychiater. Hun ervaringen met de GGZ maakten dat ze het helemaal anders wilden aanpakken. Het Huis ziet een jongere of kind met psychische klachten niet als een op zich staand probleem, maar als kwetsbaar onderdeel van een kwetsbaar geheel. Carlijn en Niek hebben zich met Het Huis aangesloten bij Combikracht ZIJ, één van de vier samenwerkingspartners die door de gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland een contract hebben gekregen voor het leveren van complexe jeugdhulp. 

Waarom zijn jullie met Het Huis gestart?

“We werkten allebei als (kinder- en jeugd) psychiaters in de GGZ en hadden het gevoel dat er iets in de benadering van de jeugdhulp niet klopte, het werkte niet. Om dat van binnen uit te veranderen zou jaren kosten waarin we slechts kleine stapjes zouden kunnen zetten. We wilden kijken of we als een soort speedbootje zelf meteen de verandering in gang konden zetten. En daarmee anderen inspireren en een brug bouwen naar de GGZ.”

Hoe kijken jullie naar jongeren of kinderen met psychische klachten?

“Bij Het Huis geloven we dat we psychisch lijden veel meer moeten zien in de belangrijkste context van kinderen; de familie. We moeten kinderen proberen te begrijpen en te helpen in relatie tot de omgeving waarin ze opgroeien. Het gros van de kinderen in het Huis zien we als ontregelaars die met hun symptomen en klachten hun familie vertellen dat hoe de dingen generaties lang zijn gedaan, niet meer voor hen werken. Zo willen we het lijden stoppen dat vaak generatie op generatie wordt doorgegeven. We moeten zorgen dat er iets in families verandert, dat ze meer draagkracht krijgen en zelf leren om met hun eigen kwetsbaarheid om te gaan. Zodat we als GGZ de kinderen uiteindelijk weer los kunnen laten en ze weer kunnen worden verder gedragen door hun familie. En dat broertjes en zusjes, opa’s en oma’s weten wat zou kunnen helpen als het weer lastig wordt. Want kwetsbaarheid kunnen we niet zo maar wegtoveren en bij weerbarstigheid van het leven kan het altijd weer even naar boven komen.

We moeten kinderen weer als kind zien, niet als een op zichzelf staand probleem. Onze huidige maakbare samenleving helpt ons niet. De algemene tendens is dat als je kansen niet weet te pakken, het je eigen schuld is. De bandbreedte van de norm waar kinderen aan moeten voldoen wordt steeds strakker. Als je niet binnen de norm past, dan volgt al snel doorverwijzing naar de GGZ. Want dan zal er wel een psychiatrische aandoening aan ten grondslag liggen. Dat is bizar. We moeten de norm verbreden en psychische variatie veel meer omarmen. Aanvaarden dat sommige kinderen druk, juist geconcentreerd of wat angstiger zijn. Dat is heel complex en vraagt bijvoorbeeld ook verandering van het schoolsysteem.”

Jeugdhulp is vaak negatief in het nieuws, hoe kijken jullie daarnaar?

“Het is goed dat er veel aandacht is voor jeugdhulp. Dat er gesproken wordt over wat er mis gaat, maar ook over wat er goed gaat. De transitie van 2015 is precies verlopen zoals experts in het veld vooraf al voorspelden. Waar ze voor waarschuwden en niet mee instemden maar waar beleidsmakers niet naar luisterden. De intenties van de beleidsmakers waren goed, maar het pakte niet goed of misschien wel desastreus uit. Maar dat biedt ook een kans. Door de kritiek ter harte te nemen, het roer om te gooien en een nieuwe visie op psychisch lijden te ontwikkelen. Willen we echt wat veranderen dan moeten we wel veel breder kijken. Dat betekent ook iets voor de opleiding van professionals. En er moet veel meer aandacht zijn voor de begeleiding van personeel. We hebben echt een zwaar vak en ik zie dat er veel verloop is. Dat helpt allemaal niet. Maar helaas beschikken wij niet over het geld wat het bedrijfsleven kan uitgeven aan het coachen, begeleiden, belonen en bijscholen van het eigen personeel.”

Wat vinden jullie van de visie op jeugdhulp van de gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland en IJmond?

“Wij staan volledig achter de visie van de gemeente (red: eerst zelf oplossen, passende hulp, zo thuis mogelijk opgroeien, veilig opgroeien, samenwerking met het onderwijs). Maar hoe gaan we het vervolgens aanpakken? Het is echt een koersverandering en dat kost veel tijd, aandacht en dus geld. Tot nu toe hebben we nog niet veel ruimte en tijd gehad om met elkaar te bedenken hoe we invulling aan de visie geven. We zijn vooral bezig geweest met het bouwen van een fundament. We zijn in deze nieuwe situatie voor heel veel verantwoordelijk, dat heb je niet zo maar even georganiseerd.  Hoe gaan we samenwerking vormgeven, wat is er nodig, wat moeten we regelen? En dat allemaal naast ons gewone werk als jeugdpsychiater. Maar ik ben blij dat de basis er nu staat en dat we bijvoorbeeld weten hoeveel budget iedere organisatie te besteden heeft. Daar hebben we best lang op moeten wachten. Dat we nu meer zekerheid hebben geeft rust en ook ruimte om na te denken over de visie.”

Hoe is het om samen te werken binnen Combikracht ZIJ?

“We zijn nu eigenlijk net pas aan het onderzoeken hoe het is om samen te werken. Ik merk wel dat het heel fijn is dat we een groep van kleine organisaties zijn. We hebben allemaal korte lijnen en kunnen zo snel met elkaar schakelen. We hebben met elkaar gezegd ‘laten we het gewoon gaan doen, uitproberen en lef tonen’. Het grote voordeel van de samenwerking is dat we met elkaar werken vanuit dezelfde visie. Dat helpt bijvoorbeeld bij het afschalen, want dan hebben kinderen niet ineens te maken met een andere benadering van hun hulpvraag. Het is ook prettig om van elkaars expertise gebruik te kunnen maken, om samen te kijken waar eventueel hiaten in je aanpak zitten.”

Wat heb je nodig van gemeenten om de veranderingen in de jeugdhulp verder vorm te geven?

“Ik hoop dat de gemeenten nauw betrokken blijven bij de ontwikkeling die we willen inzetten en actief meedenken. Niet vanuit een controlerende en beheersende rol, maar vanuit de visie en vanuit het omdenken naar andere, nieuwe oplossingen. Dat vraagt ruimte, tijd en geld. We staan voor een heel grote uitdaging. Die moeten we samen, op basis van wederzijds vertrouwen aangaan.”

Wie zou jij willen uitnodigen om in de volgende nieuwsbrief zichzelf voor te stellen?

“Ik ben heel benieuwd naar het verhaal van Megakids!”